De of het kooktijd? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord kooktijd? Is het de kooktijd of het kooktijd? Het juiste lidwoord dat je voor het woord kooktijd moet gebruiken is:
De kooktijd
Aanwijzend voornaamwoord kooktijd
Dit of deze kooktijd: deze kooktijd
Dat of die kooktijd: die kooktijd

Bezittelijk voornaamwoord kooktijd
Onze of ons kooktijd: onze kooktijd
Jouw of jou: jouw kooktijd

Elke of elk kooktijd?
Elke kooktijd
Gerelateerd aan kooktijd