De of het Koningen? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord Koningen? Is het de Koningen of het Koningen? Het juiste lidwoord dat je voor het woord Koningen moet gebruiken is:
De Koningen
Aanwijzend voornaamwoord Koningen
Dit of deze Koningen: deze Koningen
Dat of die Koningen: die Koningen

Bezittelijk voornaamwoord Koningen
Onze of ons Koningen: onze Koningen
Jouw of jou: jouw Koningen

Elke of elk Koningen?
Elke Koningen
Gerelateerd aan Koningen