De of het kleinverbruik? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord kleinverbruik? Is het de kleinverbruik of het kleinverbruik? Het juiste lidwoord dat je voor het woord kleinverbruik moet gebruiken is:
Het kleinverbruik
Aanwijzend voornaamwoord kleinverbruik
Dit of deze kleinverbruik: dit kleinverbruik
Dat of die kleinverbruik: dat kleinverbruik

Bezittelijk voornaamwoord kleinverbruik
Onze of ons kleinverbruik: ons kleinverbruik
Jouw of jou: jouw kleinverbruik

Elke of elk kleinverbruik?
Elk kleinverbruik
Gerelateerd aan kleinverbruik