De of het klaroen? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord klaroen? Is het de klaroen of het klaroen? Het juiste lidwoord dat je voor het woord klaroen moet gebruiken is:
De klaroen
Aanwijzend voornaamwoord klaroen
Dit of deze klaroen: deze klaroen
Dat of die klaroen: die klaroen

Bezittelijk voornaamwoord klaroen
Onze of ons klaroen: onze klaroen
Jouw of jou: jouw klaroen

Elke of elk klaroen?
Elke klaroen
Gerelateerd aan klaroen