De of het klant? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord klant? Is het de klant of het klant? Het juiste lidwoord dat je voor het woord klant moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord klant
Dit of deze klant:
deze klant
Dat of die klant:
die klant
Bezittelijk voornaamwoord klant
Onze of ons klant:
onze klant
Jouw of jou:
jouw klant
Elke of elk klant?Elke klant
Gerelateerd aan klant