De of het klaarheid? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord klaarheid? Is het de klaarheid of het klaarheid? Het juiste lidwoord dat je voor het woord klaarheid moet gebruiken is:
De klaarheid
Aanwijzend voornaamwoord klaarheid
Dit of deze klaarheid: deze klaarheid
Dat of die klaarheid: die klaarheid

Bezittelijk voornaamwoord klaarheid
Onze of ons klaarheid: onze klaarheid
Jouw of jou: jouw klaarheid

Elke of elk klaarheid?
Elke klaarheid
Gerelateerd aan klaarheid