De of het kitesurfen? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord kitesurfen? Is het de kitesurfen of het kitesurfen? Het juiste lidwoord dat je voor het woord kitesurfen moet gebruiken is:
Het kitesurfen
Aanwijzend voornaamwoord kitesurfen
Dit of deze kitesurfen: dit kitesurfen
Dat of die kitesurfen: dat kitesurfen

Bezittelijk voornaamwoord kitesurfen
Onze of ons kitesurfen: ons kitesurfen
Jouw of jou: jouw kitesurfen

Elke of elk kitesurfen?
Elk kitesurfen
Gerelateerd aan kitesurfen