De of het kinderzegen? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord kinderzegen? Is het de kinderzegen of het kinderzegen? Het juiste lidwoord dat je voor het woord kinderzegen moet gebruiken is:
De kinderzegen
Aanwijzend voornaamwoord kinderzegen
Dit of deze kinderzegen: deze kinderzegen
Dat of die kinderzegen: die kinderzegen

Bezittelijk voornaamwoord kinderzegen
Onze of ons kinderzegen: onze kinderzegen
Jouw of jou: jouw kinderzegen

Elke of elk kinderzegen?
Elke kinderzegen
Gerelateerd aan kinderzegen