De of het kinderzegel? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord kinderzegel? Is het de kinderzegel of het kinderzegel? Het juiste lidwoord dat je voor het woord kinderzegel moet gebruiken is:
De kinderzegel
Aanwijzend voornaamwoord kinderzegel
Dit of deze kinderzegel: deze kinderzegel
Dat of die kinderzegel: die kinderzegel

Bezittelijk voornaamwoord kinderzegel
Onze of ons kinderzegel: onze kinderzegel
Jouw of jou: jouw kinderzegel

Elke of elk kinderzegel?
Elke kinderzegel
Gerelateerd aan kinderzegel