De of het kinderschoen? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord kinderschoen? Is het de kinderschoen of het kinderschoen? Het juiste lidwoord dat je voor het woord kinderschoen moet gebruiken is:
De kinderschoen
Aanwijzend voornaamwoord kinderschoen
Dit of deze kinderschoen: deze kinderschoen
Dat of die kinderschoen: die kinderschoen

Bezittelijk voornaamwoord kinderschoen
Onze of ons kinderschoen: onze kinderschoen
Jouw of jou: jouw kinderschoen

Elke of elk kinderschoen?
Elke kinderschoen
Gerelateerd aan kinderschoen