De of het kerstkalkoen? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord kerstkalkoen? Is het de kerstkalkoen of het kerstkalkoen? Het juiste lidwoord dat je voor het woord kerstkalkoen moet gebruiken is:
De kerstkalkoen
Aanwijzend voornaamwoord kerstkalkoen
Dit of deze kerstkalkoen: deze kerstkalkoen
Dat of die kerstkalkoen: die kerstkalkoen

Bezittelijk voornaamwoord kerstkalkoen
Onze of ons kerstkalkoen: onze kerstkalkoen
Jouw of jou: jouw kerstkalkoen

Elke of elk kerstkalkoen?
Elke kerstkalkoen
Gerelateerd aan kerstkalkoen