De of het kerstening? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord kerstening? Is het de kerstening of het kerstening? Het juiste lidwoord dat je voor het woord kerstening moet gebruiken is:
De kerstening
Aanwijzend voornaamwoord kerstening
Dit of deze kerstening: deze kerstening
Dat of die kerstening: die kerstening

Bezittelijk voornaamwoord kerstening
Onze of ons kerstening: onze kerstening
Jouw of jou: jouw kerstening

Elke of elk kerstening?
Elke kerstening
Gerelateerd aan kerstening