De of het kerkrecht? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord kerkrecht? Is het de kerkrecht of het kerkrecht? Het juiste lidwoord dat je voor het woord kerkrecht moet gebruiken is:
Het kerkrecht
Aanwijzend voornaamwoord kerkrecht
Dit of deze kerkrecht: dit kerkrecht
Dat of die kerkrecht: dat kerkrecht

Bezittelijk voornaamwoord kerkrecht
Onze of ons kerkrecht: ons kerkrecht
Jouw of jou: jouw kerkrecht

Elke of elk kerkrecht?
Elk kerkrecht
Gerelateerd aan kerkrecht