De of het kerkgoed? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord kerkgoed? Is het de kerkgoed of het kerkgoed? Het juiste lidwoord dat je voor het woord kerkgoed moet gebruiken is:
Het kerkgoed
Aanwijzend voornaamwoord kerkgoed
Dit of deze kerkgoed: dit kerkgoed
Dat of die kerkgoed: dat kerkgoed

Bezittelijk voornaamwoord kerkgoed
Onze of ons kerkgoed: ons kerkgoed
Jouw of jou: jouw kerkgoed

Elke of elk kerkgoed?
Elk kerkgoed
Gerelateerd aan kerkgoed