De of het kerkgezang? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord kerkgezang? Is het de kerkgezang of het kerkgezang? Het juiste lidwoord dat je voor het woord kerkgezang moet gebruiken is:
Het kerkgezang
Aanwijzend voornaamwoord kerkgezang
Dit of deze kerkgezang: dit kerkgezang
Dat of die kerkgezang: dat kerkgezang

Bezittelijk voornaamwoord kerkgezang
Onze of ons kerkgezang: ons kerkgezang
Jouw of jou: jouw kerkgezang

Elke of elk kerkgezang?
Elk kerkgezang
Gerelateerd aan kerkgezang