De of het kaam? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord kaam? Is het de kaam of het kaam? Het juiste lidwoord dat je voor het woord kaam moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord kaam
Dit of deze kaam:
deze kaam
Dat of die kaam:
die kaam
Bezittelijk voornaamwoord kaam
Onze of ons kaam:
onze kaam
Jouw of jou:
jouw kaam
Elke of elk kaam?Elke kaam
Gerelateerd aan kaam