De of het kaai? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord kaai? Is het de kaai of het kaai? Het juiste lidwoord dat je voor het woord kaai moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord kaai
Dit of deze kaai:
deze kaai
Dat of die kaai:
die kaai
Bezittelijk voornaamwoord kaai
Onze of ons kaai:
onze kaai
Jouw of jou:
jouw kaai
Elke of elk kaai?Elke kaai
Gerelateerd aan kaai