De of het juslepel? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord juslepel? Is het de juslepel of het juslepel? Het juiste lidwoord dat je voor het woord juslepel moet gebruiken is:
De juslepel
Aanwijzend voornaamwoord juslepel
Dit of deze juslepel: deze juslepel
Dat of die juslepel: die juslepel

Bezittelijk voornaamwoord juslepel
Onze of ons juslepel: onze juslepel
Jouw of jou: jouw juslepel

Elke of elk juslepel?
Elke juslepel
Gerelateerd aan juslepel