De of het jodenkoek? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord jodenkoek? Is het de jodenkoek of het jodenkoek? Het juiste lidwoord dat je voor het woord jodenkoek moet gebruiken is:
De jodenkoek
Aanwijzend voornaamwoord jodenkoek
Dit of deze jodenkoek: deze jodenkoek
Dat of die jodenkoek: die jodenkoek

Bezittelijk voornaamwoord jodenkoek
Onze of ons jodenkoek: onze jodenkoek
Jouw of jou: jouw jodenkoek

Elke of elk jodenkoek?
Elke jodenkoek
Gerelateerd aan jodenkoek