De of het jeugdtoerisme? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord jeugdtoerisme? Is het de jeugdtoerisme of het jeugdtoerisme? Het juiste lidwoord dat je voor het woord jeugdtoerisme moet gebruiken is:
Het jeugdtoerisme
Aanwijzend voornaamwoord jeugdtoerisme
Dit of deze jeugdtoerisme: dit jeugdtoerisme
Dat of die jeugdtoerisme: dat jeugdtoerisme

Bezittelijk voornaamwoord jeugdtoerisme
Onze of ons jeugdtoerisme: ons jeugdtoerisme
Jouw of jou: jouw jeugdtoerisme

Elke of elk jeugdtoerisme?
Elk jeugdtoerisme
Gerelateerd aan jeugdtoerisme