De of het jeugdcriminaliteit? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord jeugdcriminaliteit? Is het de jeugdcriminaliteit of het jeugdcriminaliteit? Het juiste lidwoord dat je voor het woord jeugdcriminaliteit moet gebruiken is:
De jeugdcriminaliteit
Aanwijzend voornaamwoord jeugdcriminaliteit
Dit of deze jeugdcriminaliteit: deze jeugdcriminaliteit
Dat of die jeugdcriminaliteit: die jeugdcriminaliteit

Bezittelijk voornaamwoord jeugdcriminaliteit
Onze of ons jeugdcriminaliteit: onze jeugdcriminaliteit
Jouw of jou: jouw jeugdcriminaliteit

Elke of elk jeugdcriminaliteit?
Elke jeugdcriminaliteit
Gerelateerd aan jeugdcriminaliteit