De of het jaspis? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord jaspis? Is het de jaspis of het jaspis? Het juiste lidwoord dat je voor het woord jaspis moet gebruiken is:
De jaspis
Aanwijzend voornaamwoord jaspis
Dit of deze jaspis: deze jaspis
Dat of die jaspis: die jaspis

Bezittelijk voornaamwoord jaspis
Onze of ons jaspis: onze jaspis
Jouw of jou: jouw jaspis

Elke of elk jaspis?
Elke jaspis
Gerelateerd aan jaspis