De of het jaloersheid? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord jaloersheid? Is het de jaloersheid of het jaloersheid? Het juiste lidwoord dat je voor het woord jaloersheid moet gebruiken is:
De jaloersheid
Aanwijzend voornaamwoord jaloersheid
Dit of deze jaloersheid: deze jaloersheid
Dat of die jaloersheid: die jaloersheid

Bezittelijk voornaamwoord jaloersheid
Onze of ons jaloersheid: onze jaloersheid
Jouw of jou: jouw jaloersheid

Elke of elk jaloersheid?
Elke jaloersheid
Gerelateerd aan jaloersheid