De of het jachtgenot? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord jachtgenot? Is het de jachtgenot of het jachtgenot? Het juiste lidwoord dat je voor het woord jachtgenot moet gebruiken is:
Het jachtgenot
Aanwijzend voornaamwoord jachtgenot
Dit of deze jachtgenot: dit jachtgenot
Dat of die jachtgenot: dat jachtgenot

Bezittelijk voornaamwoord jachtgenot
Onze of ons jachtgenot: ons jachtgenot
Jouw of jou: jouw jachtgenot

Elke of elk jachtgenot?
Elk jachtgenot
Gerelateerd aan jachtgenot