De of het jacht? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord jacht? Is het de jacht of het jacht? Of zijn ze allebei goed? De correcte lidwoorden die je voor het woord jacht kunt gebruiken zijn:
De jachtHet jacht
Aanwijzend voornaamwoord jacht
Dit of deze jacht: dit jacht / deze jacht
Dat of die jacht: dat jacht / die jacht

Bezittelijk voornaamwoord jacht
Onze of ons jacht: onze jacht / ons jacht
Jouw of jou: jouw jacht

Elke of elk jacht?
Elke jacht / elk jacht
Gerelateerd aan jacht