De of het jaarplan? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord jaarplan? Is het de jaarplan of het jaarplan? Het juiste lidwoord dat je voor het woord jaarplan moet gebruiken is:
Het jaarplan
Aanwijzend voornaamwoord jaarplan
Dit of deze jaarplan: dit jaarplan
Dat of die jaarplan: dat jaarplan

Bezittelijk voornaamwoord jaarplan
Onze of ons jaarplan: ons jaarplan
Jouw of jou: jouw jaarplan

Elke of elk jaarplan?
Elk jaarplan
Gerelateerd aan jaarplan