De of het jaarhelft? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord jaarhelft? Is het de jaarhelft of het jaarhelft? Het juiste lidwoord dat je voor het woord jaarhelft moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord jaarhelft
Dit of deze jaarhelft:
deze jaarhelft
Dat of die jaarhelft:
die jaarhelft
Bezittelijk voornaamwoord jaarhelft
Onze of ons jaarhelft:
onze jaarhelft
Jouw of jou:
jouw jaarhelft
Elke of elk jaarhelft?Elke jaarhelft
Gerelateerd aan jaarhelft