De of het isopoon? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord isopoon? Is het de isopoon of het isopoon? Het juiste lidwoord dat je voor het woord isopoon moet gebruiken is:
De isopoon
Aanwijzend voornaamwoord isopoon
Dit of deze isopoon: deze isopoon
Dat of die isopoon: die isopoon

Bezittelijk voornaamwoord isopoon
Onze of ons isopoon: onze isopoon
Jouw of jou: jouw isopoon

Elke of elk isopoon?
Elke isopoon
Gerelateerd aan isopoon