De of het isoleucine? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord isoleucine? Is het de isoleucine of het isoleucine? Het juiste lidwoord dat je voor het woord isoleucine moet gebruiken is:
Het isoleucine
Aanwijzend voornaamwoord isoleucine
Dit of deze isoleucine: dit isoleucine
Dat of die isoleucine: dat isoleucine

Bezittelijk voornaamwoord isoleucine
Onze of ons isoleucine: ons isoleucine
Jouw of jou: jouw isoleucine

Elke of elk isoleucine?
Elk isoleucine
Gerelateerd aan isoleucine