De of het isoleerkan? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord isoleerkan? Is het de isoleerkan of het isoleerkan? Het juiste lidwoord dat je voor het woord isoleerkan moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord isoleerkan
Dit of deze isoleerkan:
deze isoleerkan
Dat of die isoleerkan:
die isoleerkan
Bezittelijk voornaamwoord isoleerkan
Onze of ons isoleerkan:
onze isoleerkan
Jouw of jou:
jouw isoleerkan
Elke of elk isoleerkan?Elke isoleerkan
Gerelateerd aan isoleerkan