De of het inzegening? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord inzegening? Is het de inzegening of het inzegening? Het juiste lidwoord dat je voor het woord inzegening moet gebruiken is:
De inzegening
Aanwijzend voornaamwoord inzegening
Dit of deze inzegening: deze inzegening
Dat of die inzegening: die inzegening

Bezittelijk voornaamwoord inzegening
Onze of ons inzegening: onze inzegening
Jouw of jou: jouw inzegening

Elke of elk inzegening?
Elke inzegening
Gerelateerd aan inzegening