De of het inwoner? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord inwoner? Is het de inwoner of het inwoner? Het juiste lidwoord dat je voor het woord inwoner moet gebruiken is:
De inwoner
Aanwijzend voornaamwoord inwoner
Dit of deze inwoner: deze inwoner
Dat of die inwoner: die inwoner

Bezittelijk voornaamwoord inwoner
Onze of ons inwoner: onze inwoner
Jouw of jou: jouw inwoner

Elke of elk inwoner?
Elke inwoner
Gerelateerd aan inwoner