De of het interval? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord interval? Is het de interval of het interval? Het juiste lidwoord dat je voor het woord interval moet gebruiken is:
Het interval
Aanwijzend voornaamwoord interval
Dit of deze interval: dit interval
Dat of die interval: dat interval

Bezittelijk voornaamwoord interval
Onze of ons interval: ons interval
Jouw of jou: jouw interval

Elke of elk interval?
Elk interval
Gerelateerd aan interval