De of het internetadres? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord internetadres? Is het de internetadres of het internetadres? Het juiste lidwoord dat je voor het woord internetadres moet gebruiken is:
Het internetadres
Aanwijzend voornaamwoord internetadres
Dit of deze internetadres: dit internetadres
Dat of die internetadres: dat internetadres

Bezittelijk voornaamwoord internetadres
Onze of ons internetadres: ons internetadres
Jouw of jou: jouw internetadres

Elke of elk internetadres?
Elk internetadres
Gerelateerd aan internetadres