De of het innovatiebereidheid? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord innovatiebereidheid? Is het de innovatiebereidheid of het innovatiebereidheid? Het juiste lidwoord dat je voor het woord innovatiebereidheid moet gebruiken is:
De innovatiebereidheid
Aanwijzend voornaamwoord innovatiebereidheid
Dit of deze innovatiebereidheid: deze innovatiebereidheid
Dat of die innovatiebereidheid: die innovatiebereidheid

Bezittelijk voornaamwoord innovatiebereidheid
Onze of ons innovatiebereidheid: onze innovatiebereidheid
Jouw of jou: jouw innovatiebereidheid

Elke of elk innovatiebereidheid?
Elke innovatiebereidheid
Gerelateerd aan innovatiebereidheid