De of het inloopspreekuur? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord inloopspreekuur? Is het de inloopspreekuur of het inloopspreekuur? Het juiste lidwoord dat je voor het woord inloopspreekuur moet gebruiken is:
Het inloopspreekuur
Aanwijzend voornaamwoord inloopspreekuur
Dit of deze inloopspreekuur: dit inloopspreekuur
Dat of die inloopspreekuur: dat inloopspreekuur

Bezittelijk voornaamwoord inloopspreekuur
Onze of ons inloopspreekuur: ons inloopspreekuur
Jouw of jou: jouw inloopspreekuur

Elke of elk inloopspreekuur?
Elk inloopspreekuur
Gerelateerd aan inloopspreekuur