De of het informaticaleraar? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord informaticaleraar? Is het de informaticaleraar of het informaticaleraar? Het juiste lidwoord dat je voor het woord informaticaleraar moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord informaticaleraar
Dit of deze informaticaleraar:
deze informaticaleraar
Dat of die informaticaleraar:
die informaticaleraar
Bezittelijk voornaamwoord informaticaleraar
Onze of ons informaticaleraar:
onze informaticaleraar
Jouw of jou:
jouw informaticaleraar
Elke of elk informaticaleraar?Elke informaticaleraar
Gerelateerd aan informaticaleraar