De of het influenza? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord influenza? Is het de influenza of het influenza? Het juiste lidwoord dat je voor het woord influenza moet gebruiken is:
De influenza
Aanwijzend voornaamwoord influenza
Dit of deze influenza: deze influenza
Dat of die influenza: die influenza

Bezittelijk voornaamwoord influenza
Onze of ons influenza: onze influenza
Jouw of jou: jouw influenza

Elke of elk influenza?
Elke influenza
Gerelateerd aan influenza