De of het inburgeringsexamen? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord inburgeringsexamen? Is het de inburgeringsexamen of het inburgeringsexamen? Het juiste lidwoord dat je voor het woord inburgeringsexamen moet gebruiken is:
Het inburgeringsexamen
Aanwijzend voornaamwoord inburgeringsexamen
Dit of deze inburgeringsexamen: dit inburgeringsexamen
Dat of die inburgeringsexamen: dat inburgeringsexamen

Bezittelijk voornaamwoord inburgeringsexamen
Onze of ons inburgeringsexamen: ons inburgeringsexamen
Jouw of jou: jouw inburgeringsexamen

Elke of elk inburgeringsexamen?
Elk inburgeringsexamen
Gerelateerd aan inburgeringsexamen