De of het improvisator? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord improvisator? Is het de improvisator of het improvisator? Het juiste lidwoord dat je voor het woord improvisator moet gebruiken is:
De improvisator
Aanwijzend voornaamwoord improvisator
Dit of deze improvisator: deze improvisator
Dat of die improvisator: die improvisator

Bezittelijk voornaamwoord improvisator
Onze of ons improvisator: onze improvisator
Jouw of jou: jouw improvisator

Elke of elk improvisator?
Elke improvisator
Gerelateerd aan improvisator