Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord impromptu? Is het de impromptu of het impromptu? Of zijn ze allebei goed? De correcte lidwoorden die je voor het woord impromptu kunt gebruiken zijn:
De impromptuHet impromptu
Aanwijzend voornaamwoord impromptu
Dit of deze impromptu:
dit impromptu / deze impromptu
Dat of die impromptu:
dat impromptu / die impromptu
Bezittelijk voornaamwoord impromptu
Onze of ons impromptu:
onze impromptu / ons impromptu
Jouw of jou: jouw impromptu
Elke of elk impromptu? Elke impromptu / elk impromptu