De of het immuniteit? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord immuniteit? Is het de immuniteit of het immuniteit? Het juiste lidwoord dat je voor het woord immuniteit moet gebruiken is:
De immuniteit
Aanwijzend voornaamwoord immuniteit
Dit of deze immuniteit: deze immuniteit
Dat of die immuniteit: die immuniteit

Bezittelijk voornaamwoord immuniteit
Onze of ons immuniteit: onze immuniteit
Jouw of jou: jouw immuniteit

Elke of elk immuniteit?
Elke immuniteit
Gerelateerd aan immuniteit