De of het ijsmaker? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord ijsmaker? Is het de ijsmaker of het ijsmaker? Het juiste lidwoord dat je voor het woord ijsmaker moet gebruiken is:
De ijsmaker
Aanwijzend voornaamwoord ijsmaker
Dit of deze ijsmaker: deze ijsmaker
Dat of die ijsmaker: die ijsmaker

Bezittelijk voornaamwoord ijsmaker
Onze of ons ijsmaker: onze ijsmaker
Jouw of jou: jouw ijsmaker

Elke of elk ijsmaker?
Elke ijsmaker
Gerelateerd aan ijsmaker