Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord ijsbeerwelp? Is het de ijsbeerwelp of het ijsbeerwelp? Of zijn ze allebei goed? De correcte lidwoorden die je voor het woord ijsbeerwelp kunt gebruiken zijn:
De ijsbeerwelpHet ijsbeerwelp
Aanwijzend voornaamwoord ijsbeerwelp
Dit of deze ijsbeerwelp:
dit ijsbeerwelp / deze ijsbeerwelp
Dat of die ijsbeerwelp:
dat ijsbeerwelp / die ijsbeerwelp
Bezittelijk voornaamwoord ijsbeerwelp
Onze of ons ijsbeerwelp:
onze ijsbeerwelp / ons ijsbeerwelp
Jouw of jou: jouw ijsbeerwelp
Elke of elk ijsbeerwelp? Elke ijsbeerwelp / elk ijsbeerwelp