De of het identiteit? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord identiteit? Is het de identiteit of het identiteit? Het juiste lidwoord dat je voor het woord identiteit moet gebruiken is:
De identiteit
Aanwijzend voornaamwoord identiteit
Dit of deze identiteit: deze identiteit
Dat of die identiteit: die identiteit

Bezittelijk voornaamwoord identiteit
Onze of ons identiteit: onze identiteit
Jouw of jou: jouw identiteit

Elke of elk identiteit?
Elke identiteit
Gerelateerd aan identiteit