De of het IBAN? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord IBAN? Is het de IBAN of het IBAN? Het juiste lidwoord dat je voor het woord IBAN moet gebruiken is:
Het IBAN
Aanwijzend voornaamwoord IBAN
Dit of deze IBAN: dit IBAN
Dat of die IBAN: dat IBAN

Bezittelijk voornaamwoord IBAN
Onze of ons IBAN: ons IBAN
Jouw of jou: jouw IBAN

Elke of elk IBAN?
Elk IBAN
Gerelateerd aan IBAN