De of het huzarenstuk? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord huzarenstuk? Is het de huzarenstuk of het huzarenstuk? Het juiste lidwoord dat je voor het woord huzarenstuk moet gebruiken is:
Het huzarenstuk
Aanwijzend voornaamwoord huzarenstuk
Dit of deze huzarenstuk: dit huzarenstuk
Dat of die huzarenstuk: dat huzarenstuk

Bezittelijk voornaamwoord huzarenstuk
Onze of ons huzarenstuk: ons huzarenstuk
Jouw of jou: jouw huzarenstuk

Elke of elk huzarenstuk?
Elk huzarenstuk
Gerelateerd aan huzarenstuk