De of het huwelijksvoorwaarde? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord huwelijksvoorwaarde? Is het de huwelijksvoorwaarde of het huwelijksvoorwaarde? Het juiste lidwoord dat je voor het woord huwelijksvoorwaarde moet gebruiken is:
De huwelijksvoorwaarde
Aanwijzend voornaamwoord huwelijksvoorwaarde
Dit of deze huwelijksvoorwaarde: deze huwelijksvoorwaarde
Dat of die huwelijksvoorwaarde: die huwelijksvoorwaarde

Bezittelijk voornaamwoord huwelijksvoorwaarde
Onze of ons huwelijksvoorwaarde: onze huwelijksvoorwaarde
Jouw of jou: jouw huwelijksvoorwaarde

Elke of elk huwelijksvoorwaarde?
Elke huwelijksvoorwaarde
Gerelateerd aan huwelijksvoorwaarde