De of het huwelijksmoraal? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord huwelijksmoraal? Is het de huwelijksmoraal of het huwelijksmoraal? Het juiste lidwoord dat je voor het woord huwelijksmoraal moet gebruiken is:
De huwelijksmoraal
Aanwijzend voornaamwoord huwelijksmoraal
Dit of deze huwelijksmoraal: deze huwelijksmoraal
Dat of die huwelijksmoraal: die huwelijksmoraal

Bezittelijk voornaamwoord huwelijksmoraal
Onze of ons huwelijksmoraal: onze huwelijksmoraal
Jouw of jou: jouw huwelijksmoraal

Elke of elk huwelijksmoraal?
Elke huwelijksmoraal
Gerelateerd aan huwelijksmoraal