De of het huurleger? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord huurleger? Is het de huurleger of het huurleger? Het juiste lidwoord dat je voor het woord huurleger moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord huurleger
Dit of deze huurleger:
dit huurleger
Dat of die huurleger:
dat huurleger
Bezittelijk voornaamwoord huurleger
Onze of ons huurleger:
ons huurleger
Jouw of jou:
jouw huurleger
Elke of elk huurleger?Elk huurleger
Gerelateerd aan huurleger